Geschiedenis.


Voorstad-oost is een deel van de Voorstad. De Voorstad bestond vroeger uit huizen en boerderijen die buiten de oude stadsmuren lagen. Aan het eind van de 19e eeuw groeide Deventer zo sterk, dat steeds meer mensen buiten de stadsmuren gingen wonen.



Langzamerhand werd de Voorstad zo groot, dat men de zandpaden en wegen officeel een naam ging geven. De Rozengaarderweg werd genoemd naar het logement (hotel) ‘ De Rozengaarde.’ De Bierstraat heette altijd al zo in de volksmond en kreeg de naam ook officieel. De Zwarte Hoopstraat werd naar de blekerij de Zwarte Hoop genoemd en zo zijn er nog meer voorbeelden.

In de 19e eeuw vond men in Engeland de stoommachine uit. Zijn eerste toepassing kreeg de stoommachine in een voertuig dat een heleboel andere wagens kon trekken. Dit was de eerste stoomtrein. Ook in Nederland ging men spoorlijnen aanlegen en stations bouwen. Hierdoor hoefde men niet meer uren in een schommelende, schuddende koets te zitten, maar kon men confortabel reizen. Door de stoommachine werd het mogelijk om steeds meer werk door machines te laten doen. Hiervoor moesten fabrieken worden gebouwd en daarvoor waren de bestaande oude steden te klein. Veel fabrieken werden dus buiten de stadsmuren in de voorstad gebouwd. In de fabrieken werkten veel arbeiders, die vlak bij de fabriek in speciaal voor hun gebouwde arbeidshuizen gingen wonen.
Oud_huis

De meeste van die huizen staan er nu nog. De arbeiders, die in die huizen woonden, waren natuurlijk veelal getrouwd en hadden kinderen. Voor de kinderen werd de Bierstraatschool gebouwd en later de Schuilingschool ‘s Zondags ging men naar de nieuwe kerk aan de Rielerweg.
In Voorstad oost stonden de rijwielfabriek Burgers, de elastiekfabriek Fortijn, de koekjesfabriek Slijs en de blikfabriek van Thomassen en Drijver. Tussen 1920 en 1940 werd de rest van de wijk volgebouwd met voornamelijk arbeiderswoningen.
Burgers

Aan de Rielerweg vestigden zich veel middenstanders. De bakker, melkboer, groenteboer, slager, kruidenier, enz. De mensen die in de wijk woonden deden er al hun boodschappen, lopend of op de fiets. Niemand had een auto. Die waren er wel, maar alleen heel erg rijke mensen zoals de directeuren van de fabrieken konden een auto bestalen.
Oud_3

In 1940 brak de tweede wereldoorlog uit. Vijf jaar werd Nederland bezet gehouden door de Duitsers. Na de oorlog ging men meteen aan het werk om de orlogsschade te herstellen. De fabrieken kregen weer veel orders en moesten daardoor uitbreiden. Er was werk genoeg voor iedereen. Ook de arbeiders kregen het beter dan voor de oorlog. Ze gingen meer verdienen en konden nu als ze heel zuinig waren en hard werkten hun eigen auto kopen. Doordat de fabrieken moesten uitbreiden en steeds meer mensen hun eigen auto konden kopen, kreeg men langzamerhand problemen, die men daarvoor nooit had gekend. veel meer stank en geluidsoverlast van fabrieken en een storende verbouwing. In de straten kwamen steeds meer auto’s. Waardoor het parkeren van al die auto’s problemen ging geven, omdat de straten hier niet op berekend waren.
Oudje1

In de huizen van voor de oorlog had men alleen koud stromend water in de keuken en was alleen de woonkamer verwarmd. Men luisterde naar de radio en s’ avonds deed men spelletjes of ging men op visite. Nu wilde men warm, water, een koelkast, een douche, een wasmachine, televisie en centrale verwarming. En nog veel meer van wat nu gewoon is. Doordat al die nieuwe dingen wel in het oude huis moesten komen, werden die eigenlijk te klein. Toch wilden de mensen graag in hun oude buurt blijven wonen. Maar wel in betere en moderne huizen en een betere woonomgeving Dus minder last van fabrieken en geparkeerde auto’s en meer groen. De bewoners organiseerden zich in bewonersgroepen, die hun wensen duidelijk maakten bij de eigenaren van hun woningen en de gemeente. Na veel overleg tussen alle partijen werd er besloten de huizen te renoveren en de grote fabrieken te saneren.
Renovatie
Op de plaats van de afgebroken fabrieken kon men nieuwe en moderne woningen bouwen. Zo staat het Fortijncomplex nu op de plek van de oude rijwielfabriek Burgers en Thomassen en Drijven stond tot voor zo ‘n 15 jaar geleden nog in voorstadoost maar is naar het industrieterein verhuist.

Alle huizen in voorstadoost zijn nu nieuw of geronoveerd en overal zijn nu douches en centrale verwarming. De meeste mesnen hebben al jaren een tv, koelkast en een auto enz, Allemaal dingen die zo’s 60 jaar geleden nog heel ongewoon waren.


loop eens door voorstad oost.
Straat in en straat uit en kijk naar de huizen en bedenk dan dit verhaaltje erbij dan zul je met hele andere ogen naar de wijk kijken.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten